Wallis is één van de Zwitserse kantons, ligt in het zuidwesten van Zwitserland, heeft een oppervlakte van 5225 km², de hoofdstad is Sion en heeft maar 300.000 inwoners.
Het kanton strekt zich uit vanaf de Rhônegletsjer in het oosten, tot aan het meer van Genève in het westen. Wordt aan de noordkant begrensd door de Berner Alpen, en aan de zuidkant liggen de Walliser Alpen, die doorlopen naar Italië en Frankrijk.
Natuurlijk bepalen de bergen het landschappelijk decor. Er zijn 51 toppen boven de 4000 m. De Dufourspitze, bij Zermatt, is met 4634 m het hoogste punt van Zwitserland. Andere hoge toppen zijn de Dom (4545 m), Weisshorn (4506 m), Matterhorn (4478 m) en de Dent Blanche (4357 m).
Ook de Rhone bepaald het beeld van het Wallis. Wie de Rhône volgt vanaf zijn oorsprong tot aan de monding in het meer van Genève, en zo dus heel Wallis doorkruist, legt 164 km af. De rivier verliest daarbij zo'n 1500 meter hoogte. Onderweg wordt de wassende rivier gevoed door het water uit maar liefst 51 zijdalen. De zijdalen aan de noordkant zijn vrij kort (met uitzondering van het Lötschental), terwijl de zuidelijke zijdalen 20 à 30 km lang zijn.
Om de waterloop in het Wallis te beheersen zijn vele bisses of suonen aangelegd, dat zijn de irrigatiekanaaltjes die men in heel Wallis aantreft. Deze watergangen waren noodzakelijk om het bergwater, niet direct het dal in te laten verdwijnen, maar naar de landbouwgronden te leiden.
Van de totale oppervlakte van Wallis wordt maar liefst 18 procent ingenomen door gletsjers. De Aletschgletsjer is met een lengte van 23,5 km de langste gletsjer van Europa en is onlangs door de Unesco als werelderfgoed uitgeroepen.
Wallis kent twee talen: Frans in het westen en Duits in het oosten, de taalgrens ligt tussen Sierre en Leuk-Stadt, om precies te zijn bij het riviertje Raspille.
Het klimaat in Wallis zorgt voor een uitzonderlijke vegetatie. Door de invloed van de zon en de daarmee gepaard gaande warmte ligt de boomgrens soms pas boven de 2000 m (elders 1800 m). Wallis kent veel vindplaatsen van interessante gesteenten. Bekende namen zijn bergkristal, amethist en pyriet. Het Binntal (bij Fiesch) is voor mineralogen een interessant gebied.
Wallis trekt veel toeristen, velen gaan er in de winter heen om te skiën, en in de zomer om bergen te beklimmen en/of te wandelen. Overal in het Wallis treft men wandelpaden aan en regelmatig zie je ook de bekende gele wandelborden opduiken in het landschap.